Hoewel hij zijn leven grotendeels in Engeland doorbracht, zou de naam Bernard Mandeville (1670-1733) ons bekender in de oren moeten klinken dan het waarschijnlijk doet. Deze arts en filosoof heeft namelijk een Nederlandse achtergrond en werd in Rotterdam geboren. Later studeerde hij medicijnen aan de universiteit van Leiden. Niet geheel verassend, aangezien hij uit een familie van artsen kwam. Na zijn studie verhuisde hij naar Engeland, waar hij zijn hele leven zou blijven wonen. Daar ontmoette hij ook zijn vrouw, met wie hij twee kinderen kreeg. In Engeland ontpopte Mandeville zich niet alleen tot een gerenommeerd arts, maar ook een zeer controversieel politiek denker.
Door zijn werk als arts, vooral gericht op psychiatrische aandoeningen, kreeg Mandeville een uniek kijkje in met name de donkere kanten van de geest van de mens. Dit perspectief kwam ook duidelijk naar voren in zijn politieke werken. In 1705 publiceerde Mandeville een gedicht genaamd ‘The Grumbling Hive, or Knaves Turn’d Honest’ (De morrende korf of eerlijke geworden schurken). Het betrof slechts een kort fabelgedicht, maar viel vanwege zijn controversiële uitgangspunt niet bij iedereen in goede aarde. Hierop besloot Mandeville een uitgebreide argumentatie aan het gedicht toe te voegen. Deze publicatie verscheen in 1714 onder de naam The Fable of the Bees: or, Private Vices, Publick Benefits (De fabel van de bijen: of, particuliere ondeugden, publieke weldaden).
De fabel gaat over een bijenkorf die een welvarende samenleving van bijen kent. De bijen klagen echter over de problemen die heersen in de korf: decadentie, criminaliteit, oplichting, etc. Ze willen af van de zonden die hun samenleving plagen. De goden horen dit geklaag aan en besluiten dat de ondankbare insecten moeten worden gestraft. En wel door ze precies te geven waar ze om vragen. De volgende dag worden de bijen wakker als wezens die volledig eerlijk en deugdzaam zijn. Ze kennen geen hebzucht of andere zonden meer. Hierdoor is er alleen nauwelijks werk meer te doen in de korf, aangezien de vraag naar de meeste producten en diensten is verdwenen. Veel bijen verliezen daarop hun baan. Een groot deel van de bijen vertrekt en de paar die overblijven leven in een holle boom. Hun welvarende samenleving is volledig in elkaar gestort en van de bijenkorf is vrijwel niks meer over.
Mandevilles fabel was in feite een politieke satire over de samenleving die hij om zich heen zag: ‘verdorven was elk onderdeel, en toch een paradijs in het geheel’. Mandeville geloofde dat het immorele gedrag van individuen juist de motor was achter de welvaart van de samenleving. De economie steunt op de zonden waar wij ons voor zeggen te schamen. Net zoals bij andere dieren zit het nastreven van eigenbelang nu eenmaal in de menselijke aard. Egoïsme is niet slecht, maar juist goed voor de samenleving. Die kille boodschap ging direct in tegen de christelijke norm van barmhartigheid en naastenliefde. Zijn harde woorden werden hem door zijn tijdgenoten dan ook niet in dank afgenomen, met name in religieuze kringen. Sterker nog, het leverde hem de bijnaam ‘Man-Devil’ op.
Mandeville wordt ook wel als de voorloper van de Schotse liberaal Adam Smith (1723-1790) gezien. In zijn teksten beschreef hij namelijk al wat door Smith later de arbeidsdeling (division of labour) is genoemd. Wanneer individuen zich specialiseren in een specifieke arbeidstaak, dan is dat voordeliger dan wanneer iedereen al die verschillende taken zelf moet uitvoeren. De een richt zich op het maken van wapens, de ander op het zorgen voor voedsel en weer een ander op het bouwen van huizen. Zo voorzien ze in elkaars behoeftes en krijgen ze de kans de vaardigheden binnen hun ambacht volledig te perfectioneren.
In Mandevilles ideeën zien we bovendien ook de contouren van Smiths theorie over de ‘onzichtbare hand’ op de markt. Mandeville stelde dat wanneer we individuen maar vrijlaten hun (immorele) keuzes te laten maken, dit (onbedoeld) voordelig is voor de gehele samenleving. Maar waar Smith pleitte voor een lassez-faire economie, vond Mandeville dat de overheid wel een rol te spelen had in het kanaliseren van de verlangens en lusten van individuen. Zo wilde hij de prostitutie legaliseren en bordelen onder staatsbeheer brengen. Mandeville legde bovendien meer de nadruk op immoreel handelen als drijfkracht achter de economie, terwijl Smith een meer amorele visie had waarin wel degelijk ruimte was voor bijvoorbeeld altruïsme. Op dat punt nam Smith zelfs expliciet afstand van Mandevilles ideeën.
In 1733 stierf Mandeville op 62-jarige leeftijd, een jaar nadat zijn vrouw overleed. Hoewel hij door veel tijdgenoten werd veracht, wordt hij tegenwoordig als een van de wegbereiders van het moderne kapitalisme gezien. Naast Smith, zouden ook andere grote liberale denkers als David Hume (1711-1776) en Friedrich Hayek (1899-1992) zijn geïnspireerd door het werk van Mandeville.
Hoewel hij zijn leven grotendeels in Engeland doorbracht, zou de naam Bernard Mandeville (1670-1733) ons bekender in de oren moeten klinken dan het waarschijnlijk doet. Deze arts en filosoof heeft namelijk een Nederlandse achtergrond en werd in Rotterdam geboren. Later studeerde hij medicijnen aan de universiteit van Leiden. Niet geheel verassend, aangezien hij uit een familie van artsen kwam. Na zijn studie verhuisde hij naar Engeland, waar hij zijn hele leven zou blijven wonen. Daar ontmoette hij ook zijn vrouw, met wie hij twee kinderen kreeg. In Engeland ontpopte Mandeville zich niet alleen tot een gerenommeerd arts, maar ook een zeer controversieel politiek denker.
Door zijn werk als arts, vooral gericht op psychiatrische aandoeningen, kreeg Mandeville een uniek kijkje in met name de donkere kanten van de geest van de mens. Dit perspectief kwam ook duidelijk naar voren in zijn politieke werken. In 1705 publiceerde Mandeville een gedicht genaamd ‘The Grumbling Hive, or Knaves Turn’d Honest’ (De morrende korf of eerlijke geworden schurken). Het betrof slechts een kort fabelgedicht, maar viel vanwege zijn controversiële uitgangspunt niet bij iedereen in goede aarde. Hierop besloot Mandeville een uitgebreide argumentatie aan het gedicht toe te voegen. Deze publicatie verscheen in 1714 onder de naam The Fable of the Bees: or, Private Vices, Publick Benefits (De fabel van de bijen: of, particuliere ondeugden, publieke weldaden).
De fabel gaat over een bijenkorf die een welvarende samenleving van bijen kent. De bijen klagen echter over de problemen die heersen in de korf: decadentie, criminaliteit, oplichting, etc. Ze willen af van de zonden die hun samenleving plagen. De goden horen dit geklaag aan en besluiten dat de ondankbare insecten moeten worden gestraft. En wel door ze precies te geven waar ze om vragen. De volgende dag worden de bijen wakker als wezens die volledig eerlijk en deugdzaam zijn. Ze kennen geen hebzucht of andere zonden meer. Hierdoor is er alleen nauwelijks werk meer te doen in de korf, aangezien de vraag naar de meeste producten en diensten is verdwenen. Veel bijen verliezen daarop hun baan. Een groot deel van de bijen vertrekt en de paar die overblijven leven in een holle boom. Hun welvarende samenleving is volledig in elkaar gestort en van de bijenkorf is vrijwel niks meer over.
Mandevilles fabel was in feite een politieke satire over de samenleving die hij om zich heen zag: ‘verdorven was elk onderdeel, en toch een paradijs in het geheel’. Mandeville geloofde dat het immorele gedrag van individuen juist de motor was achter de welvaart van de samenleving. De economie steunt op de zonden waar wij ons voor zeggen te schamen. Net zoals bij andere dieren zit het nastreven van eigenbelang nu eenmaal in de menselijke aard. Egoïsme is niet slecht, maar juist goed voor de samenleving. Die kille boodschap ging direct in tegen de christelijke norm van barmhartigheid en naastenliefde. Zijn harde woorden werden hem door zijn tijdgenoten dan ook niet in dank afgenomen, met name in religieuze kringen. Sterker nog, het leverde hem de bijnaam ‘Man-Devil’ op.
Mandeville wordt ook wel als de voorloper van de Schotse liberaal Adam Smith (1723-1790) gezien. In zijn teksten beschreef hij namelijk al wat door Smith later de arbeidsdeling (division of labour) is genoemd. Wanneer individuen zich specialiseren in een specifieke arbeidstaak, dan is dat voordeliger dan wanneer iedereen al die verschillende taken zelf moet uitvoeren. De een richt zich op het maken van wapens, de ander op het zorgen voor voedsel en weer een ander op het bouwen van huizen. Zo voorzien ze in elkaars behoeftes en krijgen ze de kans de vaardigheden binnen hun ambacht volledig te perfectioneren.
In Mandevilles ideeën zien we bovendien ook de contouren van Smiths theorie over de ‘onzichtbare hand’ op de markt. Mandeville stelde dat wanneer we individuen maar vrijlaten hun (immorele) keuzes te laten maken, dit (onbedoeld) voordelig is voor de gehele samenleving. Maar waar Smith pleitte voor een lassez-faire economie, vond Mandeville dat de overheid wel een rol te spelen had in het kanaliseren van de verlangens en lusten van individuen. Zo wilde hij de prostitutie legaliseren en bordelen onder staatsbeheer brengen. Mandeville legde bovendien meer de nadruk op immoreel handelen als drijfkracht achter de economie, terwijl Smith een meer amorele visie had waarin wel degelijk ruimte was voor bijvoorbeeld altruïsme. Op dat punt nam Smith zelfs expliciet afstand van Mandevilles ideeën.
In 1733 stierf Mandeville op 62-jarige leeftijd, een jaar nadat zijn vrouw overleed. Hoewel hij door veel tijdgenoten werd veracht, wordt hij tegenwoordig als een van de wegbereiders van het moderne kapitalisme gezien. Naast Smith, zouden ook andere grote liberale denkers als David Hume (1711-1776) en Friedrich Hayek (1899-1992) zijn geïnspireerd door het werk van Mandeville.
B.Mandeville, De fabel van de bijen, Rotterdam, 2008.
R.Willemsen, Bernard Mandeville. Een ondeugdelijke denker?
‘BernardMandeville’, URL: https://www.bernard-mandeville.nl/.