12
Dec
2020

'Neoliberalisme': een nonsenswoord

Liberalisme

Geschiedenis

‘Individualisering en neoliberaal denken hebben bijgedragen aan de erosie van maatschappelijke samenhang en gemeenschapszin.’ Dit beweerde CDA-Tweede Kamer-fractievoorzitter Pieter Heerma tijdens de laatste algemene politieke beschouwingen. Hij is niet de enige. Sla een krant open, en er staat wel een artikel in waarin een politicus of publicist over het ‘neoliberalisme’ klaagt.

‘Individualisering en neoliberaal denken hebben bijgedragen aan de erosie van maatschappelijke samenhang en gemeenschapszin.’ Dit beweerde CDA-Tweede Kamer-fractievoorzitter Pieter Heerma tijdens de laatste algemene politieke beschouwingen. Hij is niet de enige. Sla een krant open, en er staat wel een artikel in waarin een politicus of publicist over het ‘neoliberalisme’ klaagt. Maar wat is het? En wat heeft het met het liberalisme te maken?

De term ‘neoliberalisme’ maakt internationaal school sinds de jaren tachtig, Hij is in de Nederlandse politiek geïntroduceerd door de SP. Haar insteek was de sociaal-democratie – die op dat moment bezig was haar ideologische veren van zich af te schudden en een ‘Derde Weg’ in te slaan – in de beklaagdenbank te zetten. Maar sociaal-democraten en andere linkse politici namen de term over. Inmiddels is de kreet dus tot in het CDA doorgedrongen.

De vraag is: tegen wie de aanklacht is gericht. Niemand noemt zichzelf ‘neoliberaal’. Het ‘neoliberalisme’ is dan ook geen uitwas van het liberalisme, en evenmin een substroming. Het neoliberalisme bestaat eenvoudigweg niet, behalve als een scheldwoord. Wat het is wordt ook zelden omschreven. Iets in de trant van ‘doorgeschoten marktwerking’, lijkt het te zijn. Maar wie is er voor iets dat ‘doorschiet’? Is het CDA soms voor ‘doorgeschoten gemeenschapszin’?

‘Neoliberalen’ (die er dus niet zijn) worden voor volstrekt tegenstrijdige verschijnselen verantwoordelijk gehouden. Bijvoorbeeld voor deregulering én voor toegenomen regeldruk. Voor onbeteugelde marktwerking én voor verstrengeling van big business met de overheid. Dat kan natuurlijk niet beide waar zijn. Alles waar links, en tegenwoordig kennelijk ook het CDA, een hekel aan heeft, kan het stempel ‘neoliberaal’ opgedrukt krijgen.

Maar een verzinsel wordt niet waar door het te herhalen. Er zijn nu evenveel ‘neoliberalen’ als dat er enkele eeuwen geleden heksen waren. Het zou goed zijn als de term verdween, net als indertijd de heksenjacht.

‘Individualisering en neoliberaal denken hebben bijgedragen aan de erosie van maatschappelijke samenhang en gemeenschapszin.’ Dit beweerde CDA-Tweede Kamer-fractievoorzitter Pieter Heerma tijdens de laatste algemene politieke beschouwingen. Hij is niet de enige. Sla een krant open, en er staat wel een artikel in waarin een politicus of publicist over het ‘neoliberalisme’ klaagt. Maar wat is het? En wat heeft het met het liberalisme te maken?

De term ‘neoliberalisme’ maakt internationaal school sinds de jaren tachtig, Hij is in de Nederlandse politiek geïntroduceerd door de SP. Haar insteek was de sociaal-democratie – die op dat moment bezig was haar ideologische veren van zich af te schudden en een ‘Derde Weg’ in te slaan – in de beklaagdenbank te zetten. Maar sociaal-democraten en andere linkse politici namen de term over. Inmiddels is de kreet dus tot in het CDA doorgedrongen.

De vraag is: tegen wie de aanklacht is gericht. Niemand noemt zichzelf ‘neoliberaal’. Het ‘neoliberalisme’ is dan ook geen uitwas van het liberalisme, en evenmin een substroming. Het neoliberalisme bestaat eenvoudigweg niet, behalve als een scheldwoord. Wat het is wordt ook zelden omschreven. Iets in de trant van ‘doorgeschoten marktwerking’, lijkt het te zijn. Maar wie is er voor iets dat ‘doorschiet’? Is het CDA soms voor ‘doorgeschoten gemeenschapszin’?

‘Neoliberalen’ (die er dus niet zijn) worden voor volstrekt tegenstrijdige verschijnselen verantwoordelijk gehouden. Bijvoorbeeld voor deregulering én voor toegenomen regeldruk. Voor onbeteugelde marktwerking én voor verstrengeling van big business met de overheid. Dat kan natuurlijk niet beide waar zijn. Alles waar links, en tegenwoordig kennelijk ook het CDA, een hekel aan heeft, kan het stempel ‘neoliberaal’ opgedrukt krijgen.

Maar een verzinsel wordt niet waar door het te herhalen. Er zijn nu evenveel ‘neoliberalen’ als dat er enkele eeuwen geleden heksen waren. Het zou goed zijn als de term verdween, net als indertijd de heksenjacht.