02
Feb
2022

Wat Europa wel en niet moet doen in verband met Oekraïne

Wat Europa wel en niet moet doen in verband met Oekraïne volgens Patrick van Schie, historicus en directeur van de TeldersStichting

De Russische invasie in Oekraïne heeft heel Europa wakker geschud; laat, maar beter laat dan nooit. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie dachten de meeste West-Europese politici dat ons continent voortaan voor altijd vrede zou kennen. Er werd zeer fors op defensie bezuinigd, en wat over bleef werd vaak ingericht op vredesmissies veelal buiten Europa. Dat het met Rusland mis zou kunnen gaan, werd voornamelijk in Oost-Europa beseft (alsmede in Zweden) maar elders weggewuifd als Koude Oorlogsdenken.

De Russische annexatie van de Krim in 2014 en het militaire gestook in de oostelijke Oekraïne vanaf dat jaar, brachten al wel enig besef bij dat we op onze hoede moesten zijn, maar het merendeel van de Europese Navo-landen versterkte zijn defensie toch slechts mondjesmaat. Ook Nederland voldeed afgelopen jaren helaas niet aan de Navo-norm waarin wij hebben toegezegd ten minste 2% van het BBP aan defensie te zullen besteden.

Het regeerakkoord bevat eindelijk een forse investering in de zo lang verwaarloosde defensie maar deze zal ons nog altijd niet op de Navo-norm brengen. In Duitsland is de knop dit weekend om gegaan. Er komt een fonds van € 100 miljard aan investeringen in defensie en het land gaat zich voortaan eindelijk aan de Navo-norm houden. Het wordt hoog tijd dat Nederland nu hetzelfde gaat doen. De 2% van het BBP voor defensie is echt het minimum waaraan wij ons voortaan dienen te houden.

Intussen krijgt Oekraïne in zijn strijd tegen de Russische overweldiger volop steun uit de wereld. Dat is goed. De Navo- en EU-landen leveren echter zelf geen troepen. Ook dat is verstandig. De Navo is er niet toe verplicht. Oekraïne is immers geen Navo-lidstaat. Bovendien is het land vergeleken met Rusland ongetwijfeld democratischer maar verre van een stabiele liberale democratie. Oekraïne verdient veel steun maar ervoor ten strijde trekken zou te ver gaan.

Het gevaarlijke aan de situatie is dat Poetin zich niet langer door een weloverwogen politiek lijkt te laten leiden. Hij is getergd en bezeten van het idee dat Rusland hoe dan ook zijn oude omvang moet herkrijgen. Daarbij komt dat er in Rusland geen sprake meer lijkt te zijn van een collectief leiderschap, zoals dat er in de Sovjet-Unie sinds de dood van Stalin in 1953 althans nog wel was. Wie houdt Poetin in toom? De op TV vertoonde publieke optredens met zijn ministers en adviseurs laten zien dat de dictator geen enkele tegenspraak duldt. De mensen om hem heen tonen zich bange lakeien.

In die omstandigheden is het van belang in ieder geval aan onze zijde rationeel te blijven handelen. De Oekraïense president Zelensky laat een bewonderenswaardige combinatie van moed en koelbloedigheid zien. Hij heeft zich ook niet laten provoceren. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, heeft nu verklaard dat Oekraïne zozeer bij Europa hoort dat het EU-lid moet worden. Hier krijgen emoties de overhand. Het is een domme en gevaarlijke uitspraak.

Indien Oekraïne níet met een buitenlandse invasie te kampen zou hebben, was een EU-lidmaatschap voor het land al onverstandig geweest. Het land is geen volwaardige democratie, straatarm en door en door corrupt [zie ook: ‘Waar liberalen voor moeten opkomen: de liberale democratie’]. Het zou ook in die omstandigheden in de verste verte niet klaar zijn voor een EU-lidmaatschap, nog los van de vraag of de burgers in de huidige EU-lidstaten het land wel zouden willen toelaten. Von der Leyen sprak sowieso voor haar beurt.

Maar in de omstandigheden waarin Oekraïne nu, triest als het is, verkeert is het zaak geen olie op het vuur te gooien. Het in het vooruitzicht stellen van een EU-lidmaatschap trekt de EU nodeloos meer de oorlog in. Zou het denkbaar zijn dat de EU een lidstaat die met een invasie te kampen heeft niet militair te hulp schiet? Het is van daar maar een klein stapje naar het moeten leveren van troepen aan een land dat op de drempel van EU-lidmaatschap staat. De EU-lidstaten moeten dan ook snel duidelijk maken dat Oekraïne níet op die drempel staat. Verbondenheid voelen met de Oekraïners is iets anders dan het hoofd niet meer koel houden.

De Russische invasie in Oekraïne heeft heel Europa wakker geschud; laat, maar beter laat dan nooit. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie dachten de meeste West-Europese politici dat ons continent voortaan voor altijd vrede zou kennen. Er werd zeer fors op defensie bezuinigd, en wat over bleef werd vaak ingericht op vredesmissies veelal buiten Europa. Dat het met Rusland mis zou kunnen gaan, werd voornamelijk in Oost-Europa beseft (alsmede in Zweden) maar elders weggewuifd als Koude Oorlogsdenken.

De Russische annexatie van de Krim in 2014 en het militaire gestook in de oostelijke Oekraïne vanaf dat jaar, brachten al wel enig besef bij dat we op onze hoede moesten zijn, maar het merendeel van de Europese Navo-landen versterkte zijn defensie toch slechts mondjesmaat. Ook Nederland voldeed afgelopen jaren helaas niet aan de Navo-norm waarin wij hebben toegezegd ten minste 2% van het BBP aan defensie te zullen besteden.

Het regeerakkoord bevat eindelijk een forse investering in de zo lang verwaarloosde defensie maar deze zal ons nog altijd niet op de Navo-norm brengen. In Duitsland is de knop dit weekend om gegaan. Er komt een fonds van € 100 miljard aan investeringen in defensie en het land gaat zich voortaan eindelijk aan de Navo-norm houden. Het wordt hoog tijd dat Nederland nu hetzelfde gaat doen. De 2% van het BBP voor defensie is echt het minimum waaraan wij ons voortaan dienen te houden.

Intussen krijgt Oekraïne in zijn strijd tegen de Russische overweldiger volop steun uit de wereld. Dat is goed. De Navo- en EU-landen leveren echter zelf geen troepen. Ook dat is verstandig. De Navo is er niet toe verplicht. Oekraïne is immers geen Navo-lidstaat. Bovendien is het land vergeleken met Rusland ongetwijfeld democratischer maar verre van een stabiele liberale democratie. Oekraïne verdient veel steun maar ervoor ten strijde trekken zou te ver gaan.

Het gevaarlijke aan de situatie is dat Poetin zich niet langer door een weloverwogen politiek lijkt te laten leiden. Hij is getergd en bezeten van het idee dat Rusland hoe dan ook zijn oude omvang moet herkrijgen. Daarbij komt dat er in Rusland geen sprake meer lijkt te zijn van een collectief leiderschap, zoals dat er in de Sovjet-Unie sinds de dood van Stalin in 1953 althans nog wel was. Wie houdt Poetin in toom? De op TV vertoonde publieke optredens met zijn ministers en adviseurs laten zien dat de dictator geen enkele tegenspraak duldt. De mensen om hem heen tonen zich bange lakeien.

In die omstandigheden is het van belang in ieder geval aan onze zijde rationeel te blijven handelen. De Oekraïense president Zelensky laat een bewonderenswaardige combinatie van moed en koelbloedigheid zien. Hij heeft zich ook niet laten provoceren. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, heeft nu verklaard dat Oekraïne zozeer bij Europa hoort dat het EU-lid moet worden. Hier krijgen emoties de overhand. Het is een domme en gevaarlijke uitspraak.

Indien Oekraïne níet met een buitenlandse invasie te kampen zou hebben, was een EU-lidmaatschap voor het land al onverstandig geweest. Het land is geen volwaardige democratie, straatarm en door en door corrupt [zie ook: ‘Waar liberalen voor moeten opkomen: de liberale democratie’]. Het zou ook in die omstandigheden in de verste verte niet klaar zijn voor een EU-lidmaatschap, nog los van de vraag of de burgers in de huidige EU-lidstaten het land wel zouden willen toelaten. Von der Leyen sprak sowieso voor haar beurt.

Maar in de omstandigheden waarin Oekraïne nu, triest als het is, verkeert is het zaak geen olie op het vuur te gooien. Het in het vooruitzicht stellen van een EU-lidmaatschap trekt de EU nodeloos meer de oorlog in. Zou het denkbaar zijn dat de EU een lidstaat die met een invasie te kampen heeft niet militair te hulp schiet? Het is van daar maar een klein stapje naar het moeten leveren van troepen aan een land dat op de drempel van EU-lidmaatschap staat. De EU-lidstaten moeten dan ook snel duidelijk maken dat Oekraïne níet op die drempel staat. Verbondenheid voelen met de Oekraïners is iets anders dan het hoofd niet meer koel houden.