02
Feb
2024

De term 'grensoverschrijdend gedrag' is problematisch

Column

Filosofie, Religie & Ethiek

Wetenschappelijk medewerker Wilbert Jan Derksen pleit voor het gebruik van andere termen dan grensoverschrijdend gedrag.

De laatste jaren werden overal in de samenleving gevallen van ‘grensoverschrijdend gedrag’ gemeld. De kranten stonden er vol mee. Het meest recente voorbeeld waren natuurlijk de misstanden binnen de NPO. Eerder zette het schandaal rond televisieprogramma The Voice of Holland het land al op z’n kop. Maar ook buiten de cultuur- en mediawereld zagen we deze problemen aan het licht komen. Zo werd in de politiek voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Ook in het bedrijfsleven duikt de term regelmatig op.

Het is goed dat deze problemen tegenwoordig meer onder de aandacht worden gebracht. Toch is er een serieus probleem met het gebruik van de term ‘grensoverschrijdend gedrag’. Het is namelijk een nogal ambigu begrip dat voor verschillende interpretaties vatbaar is. Kijken wij bijvoorbeeld naar de incidenten bij de NPO, dan sprak het onderzoeksrapport onder meer over gevallen van discriminatie, intimidatie, maar ook roddelen. Bij The Voice of Holland ging het daarentegen vooral over misdragingen van seksuele aard, met zelfs beschuldigingen van verkrachting. Roddelen en verkrachting vallen dus blijkbaar onder dezelfde noemer van grensoverschrijdend gedrag.

Dat is mijns inziens een nogal grote marge wat betreft de ernst van het incident. Door dit allemaal onder dezelfde term te laten vallen, is niet duidelijk of iemand wordt verdacht van een relatief lichte misdraging of een serieus (en mogelijk zelfs strafbaar) vergrijp. Dat kan voor zowel de aanklager als de beschuldigde een pijnlijke situatie opleveren.

Beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag komen geregeld op, zonder dat duidelijk is om wat voor gedrag het precies gaat. “Het onderzoek loopt nog” wordt dan vaak gezegd, of: “daar doen wij in het belang van de betrokkenen geen uitspraak over”. Daarmee wordt vervolgens de speculatiemolen in de samenleving volop aangezwaaid. Bovendien worden hier soms gelijk al consequenties aan verbonden, waaronder ontslag. Het helpt ook niet mee dat beschuldigingen vaak anoniem worden gedaan (al valt dat vanuit het perspectief van het slachtoffer natuurlijk vaak wel te begrijpen). Geregeld leidt dit tot aanklachten, zonder dat de beschuldigde weet van welke aard die precies zijn of uit welke hoek ze komen. Het is lastig je daartegen te verdedigen.

‘Grensoverschrijdend’ is natuurlijk sowieso al een moeilijke term om mee te werken. Iedereen heeft namelijk eigen opvattingen over waar deze grens precies ligt. In veel gevallen is het wel duidelijk wanneer iets niet door de beugel kan, maar er is ook een groot grijs gebied. Het is dus belangrijk om dit zo goed mogelijk af te kaderen en duidelijk taalgebruik is daarbij cruciaal.

In plaats van de algemene term grensoverschrijdend gedrag te gebruiken, zou het al beter zijn om te spreken van ‘verbaal grensoverschrijdend gedrag’ of ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’. Nog beter zou zijn om duidelijkere termen te gebruiken als intimidatie, discriminatie, uitsluiting, manipulatie, geweld, aanranding etc.

Wel moeten we oppassen dat niet ook van deze termen de betekenis wordt opgerekt. Waar met ‘geweld’ bijvoorbeeld vroeger alleen fysiek geweld werd bedoeld, wordt tegenwoordig ook wel eens van ‘verbaal geweld’ gesproken. Is ‘schelden’ of ‘beledigen’ niet een betere term? Sowieso lijkt er een zekere ‘woord-inflatie’ merkbaar te zijn in de samenleving. Termen als ‘fascist’, ‘crisis’ en ‘onveilig’ vallen te pas en te onpas en verliezen langzamerhand hun oorspronkelijke betekenis.

Voor liberalen is het belangrijk dat wij op een open wijze met elkaar de discussie kunnen aangaan over dit soort gevoelige onderwerpen. Dan is het wel essentieel dat er een consensus bestaat over wat de woorden die wij gebruiken precies inhouden. Dat is al helemaal belangrijk wanneer het beschuldigingen betreft die verstrekkende gevolgen kunnen hebben.

Drs. Wilbert Jan Derksen is wetenschappelijk medewerker bij de TeldersStichting.

De laatste jaren werden overal in de samenleving gevallen van ‘grensoverschrijdend gedrag’ gemeld. De kranten stonden er vol mee. Het meest recente voorbeeld waren natuurlijk de misstanden binnen de NPO. Eerder zette het schandaal rond televisieprogramma The Voice of Holland het land al op z’n kop. Maar ook buiten de cultuur- en mediawereld zagen we deze problemen aan het licht komen. Zo werd in de politiek voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Ook in het bedrijfsleven duikt de term regelmatig op.

Het is goed dat deze problemen tegenwoordig meer onder de aandacht worden gebracht. Toch is er een serieus probleem met het gebruik van de term ‘grensoverschrijdend gedrag’. Het is namelijk een nogal ambigu begrip dat voor verschillende interpretaties vatbaar is. Kijken wij bijvoorbeeld naar de incidenten bij de NPO, dan sprak het onderzoeksrapport onder meer over gevallen van discriminatie, intimidatie, maar ook roddelen. Bij The Voice of Holland ging het daarentegen vooral over misdragingen van seksuele aard, met zelfs beschuldigingen van verkrachting. Roddelen en verkrachting vallen dus blijkbaar onder dezelfde noemer van grensoverschrijdend gedrag.

Dat is mijns inziens een nogal grote marge wat betreft de ernst van het incident. Door dit allemaal onder dezelfde term te laten vallen, is niet duidelijk of iemand wordt verdacht van een relatief lichte misdraging of een serieus (en mogelijk zelfs strafbaar) vergrijp. Dat kan voor zowel de aanklager als de beschuldigde een pijnlijke situatie opleveren.

Beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag komen geregeld op, zonder dat duidelijk is om wat voor gedrag het precies gaat. “Het onderzoek loopt nog” wordt dan vaak gezegd, of: “daar doen wij in het belang van de betrokkenen geen uitspraak over”. Daarmee wordt vervolgens de speculatiemolen in de samenleving volop aangezwaaid. Bovendien worden hier soms gelijk al consequenties aan verbonden, waaronder ontslag. Het helpt ook niet mee dat beschuldigingen vaak anoniem worden gedaan (al valt dat vanuit het perspectief van het slachtoffer natuurlijk vaak wel te begrijpen). Geregeld leidt dit tot aanklachten, zonder dat de beschuldigde weet van welke aard die precies zijn of uit welke hoek ze komen. Het is lastig je daartegen te verdedigen.

‘Grensoverschrijdend’ is natuurlijk sowieso al een moeilijke term om mee te werken. Iedereen heeft namelijk eigen opvattingen over waar deze grens precies ligt. In veel gevallen is het wel duidelijk wanneer iets niet door de beugel kan, maar er is ook een groot grijs gebied. Het is dus belangrijk om dit zo goed mogelijk af te kaderen en duidelijk taalgebruik is daarbij cruciaal.

In plaats van de algemene term grensoverschrijdend gedrag te gebruiken, zou het al beter zijn om te spreken van ‘verbaal grensoverschrijdend gedrag’ of ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’. Nog beter zou zijn om duidelijkere termen te gebruiken als intimidatie, discriminatie, uitsluiting, manipulatie, geweld, aanranding etc.

Wel moeten we oppassen dat niet ook van deze termen de betekenis wordt opgerekt. Waar met ‘geweld’ bijvoorbeeld vroeger alleen fysiek geweld werd bedoeld, wordt tegenwoordig ook wel eens van ‘verbaal geweld’ gesproken. Is ‘schelden’ of ‘beledigen’ niet een betere term? Sowieso lijkt er een zekere ‘woord-inflatie’ merkbaar te zijn in de samenleving. Termen als ‘fascist’, ‘crisis’ en ‘onveilig’ vallen te pas en te onpas en verliezen langzamerhand hun oorspronkelijke betekenis.

Voor liberalen is het belangrijk dat wij op een open wijze met elkaar de discussie kunnen aangaan over dit soort gevoelige onderwerpen. Dan is het wel essentieel dat er een consensus bestaat over wat de woorden die wij gebruiken precies inhouden. Dat is al helemaal belangrijk wanneer het beschuldigingen betreft die verstrekkende gevolgen kunnen hebben.

Drs. Wilbert Jan Derksen is wetenschappelijk medewerker bij de TeldersStichting.