
Dit jaar is het dertigjarig jubileum van de Akkoorden van Dayton. Hoewel middels deze akkoorden een einde kwam aan de allesvernietigende Joegoslavische burgeroorlog, draagt het woord 'jubileum' een olijkheid met zich die de ernst van de huidige toestand in Bosnië en Herzegovina ondermijnt. De realiteit is immers dat Bosnië en Herzegovina op dit moment verder af lijkt te staan van toetreding tot de Europese Unie dan in de dertig jaar hiervoor. Hoewel Bosnië en Herzegovina in 2022 het kandidaat-lidmaatschap kreeg toegekend, staat de Bosnische democratie ver af van de vereisten die staan omschreven in Criteria van Kopenhagen.
De democratie en het democratisch proces in Bosnië en Herzegovina wordt actief ondermijnd door de Servische entiteit Republika Srpska, die op haar beurt openlijk wordt gesteund door het Kremlin. Mede hierdoor is er nog altijd sprake van een machtsvacuüm midden op het Europees continent. Verdere democratische erosie zou enorm schadelijk zijn voor de Europese Unie. Voor het Europees belang zou de Europese Unie daarom meer grip moeten krijgen op en meer leiding moeten nemen in het democratiseringsproces. Een dergelijke top-down-benadering zou een trendbreuk zijn met bottom-up-benadering van de afgelopen twee decennia. Het is echter een noodzakelijke trendbreuk, indien de Europese Unie ernaar streeft om antidemocratische en secessionistische krachten uit Europa te weren.