Een digitaal bewapenende staat: vriend of vijand?

 De digitaliserende samenleving maakt ons zowel veiliger als onveiliger, en, de overheid verzamelt data over ons om ons te beschermen, maar maakt ons daarmee juist ook kwetsbaarder. Nemen wij, liberalen voor onze veiligheid het heft in eigen hand of moeten we de staat met regelgeving bewapenen?

 ‘Datahack bij laboratorium veel groter, deel gegevens op dark web’ zo kopte het NOS in een artikel de hack op het laboratorium dat bevolkingsonderzoek, waaronder naar baarmoederhalskanker, uitvoerde. Deze hack illustreert de nieuwe veiligheidsparadoxen die ontstaan in een digitaliserende wereld. De digitaliserende samenleving maakt ons zowel veiliger als onveiliger, en, de overheid verzamelt data over ons om ons te beschermen, maar maakt ons daarmee juist ook kwetsbaarder. Nemen wij, liberalen voor onze veiligheid het heft in eigen hand of moeten we de staat met regelgeving bewapenen?

 

Een voorbeeld is de hack op het laboratorium Clinical Diagnostics in augustus 2025. Dit laboratorium ontving data en testen voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. In augustus kwamen criminelen via ransomware de systemen binnen. Ransomware is een digitaal programma waarmee hackers documenten die opgeslagen zijn in een systeem voor de ander te blokkeren en buit te maken. Bij Clinical Diagnostics eiste de criminelen een geldbedrag op onder het dreigement dat anders de gegevens op het darkweb werd gepubliceerd.

 

In digitaliserende samenleving komt uiteindelijk collectieve veiligheid tegenover individuele veiligheid te staan. De overheid verzamelt bijvoorbeeld data om baarmoederhalskanker preventief te voorkomen, en bewaart deze informatie op een centrale plek, maar op het moment dat deze plek wordt gehackt, dan ligt privégegevens van vele individuen op straat. Een organisatie die ons veilig moet houden, brengt ons door haar werk ironisch genoeg ook in gevaar. Het individu blijkt uiteindelijk altijd de zwakke schakel.

 

We komen daarmee in een ethisch dilemma terecht. Wij willen zowel onszelf als de samenleving beveiligen tegen dreigingen die het individu niet alleen kan bestrijden, tegelijkertijd willen wij ook niet onze individuele veiligheid willoos opofferen. In de digitale wereld is de lijn om beide te hebben dun. Voor collectieve veiligheid is het centraal verzameld van data nodig, alleen is dat voor het individu risicovol. Zo maakte de criminelen bij het laboratorium bsn-nummers, medische gegevens en andere persoonlijke informatie buit, terwijl de onderzoekers deze informatie gebruikte voor onderzoek.

 

Het dilemma is vooral lastig voor een liberaal die zowel verlangt naar verbetering van de brede welvaart, als ook bescherming van individuele rechten. Friedrich Hayek biedt ons een antwoord op dit dilemma. Hij stelt dat centralisatie altijd zal leiden tot kwetsbaarheid en machtsconcentratie, en daarmee tot verlies van individuele vrijheden. Het via collectieve veiligheid vrijheden garanderen zal ironisch genoeg altijd ten koste gaan van individuele vrijheden. Het is daarmee de vraag of een liberaal absolute vrijheid zou moeten nastreven.

 

 

 

In de praktijk kan een digitaal systeem niet waterdicht worden gemaakt: er blijft altijd een risico bestaan op hacks. Het Nationaal Cyber Security Centrum formuleert een advies in haar derde basisprincipe: een organisatie moet overbodige informatie verwijderen, niet gebruikte digitale mogelijkheden uitschakelen en systemen tijdig updaten. Het beschermen is een continuproces, een wet maakt de samenleving daardoor niet gelijk veiliger. Het gevaar op een hack moet daarom telkens afgewogen worden tegenover het voordeel van de informatieverzameling.

 

De vraag of een liberaal in een digitaliserende wereld het heft in eigen hand moet nemen, of de staat moet bewapenen, is uiteindelijk niet eenduidig te beantwoorden. De veiligheid van het individu is altijd kwetsbaar. Een staat die tot de tand bewapend is, gaat zelf ook een risico vormen voor het individu. Een staat zou telkens opnieuw moeten oordelen hoe ze de samenleving veilig houden, waarbij ze niet streven naar de absolute maar de beste mogelijke veiligheid. Dat het antwoord niet eenduidig is, is misschien maar goed ook: zolang we de spanning blijven voelen, houden we oog voor wat echt op het spel staat: niet alleen onze veiligheid, maar bovenal de vrijheid die veiligheid ons geeft.

Floris Roggekamp

Stagiair