
Op maandag 19 mei jl. overleed VVD-prominent Hans Wiegel op 83-jarige leeftijd. Wiegel was een politicus die de kunst van het debatteren volledig beheerste. Een kunst die in het politieke klimaat van vandaag steeds schaarser lijkt te worden. Johan Huizinga schreef ooit over het spelelement binnen het politieke debat het volgende: "Het waarborgt een elasticiteit der verhoudingen, die spanningen toelaat, welke anders ondragelijk zouden zijn; het is immers het afsterven van den humor, wat doodt."
Die parlementaire spelzeden waren Wiegel niet vreemd. Ironie en humor vormden een leidraad in Wiegels politiek en persoonlijk leven. Met zijn frisse en verjongende houding verraste hij vriend en vijand keer op keer.
Dat verjongende was aldus herkenbaar voor Wiegel. Dit, terwijl de adolescente Wiegel niet direct te boek stond als een jonge geest.
In december 1966 verscheen in Liberaal Reveil een rubriek met korte profielschetsen van aankomend Kamerleden. Bekende namen passeren de revue, zoals Henk Vonhoff en Hans de Koster. De rubriek begint echter met een profiel van Hans Wiegel.
Ondanks zijn leeftijd vormt Wiegel voor de VVD een geschikte kandidaat voor het Kamerlidmaatschap. Alvorens hij de Kamer zal worden ingestemd, mogen de lezers van Liberaal Reveil alvast kennis maken met de jongeman die is geboren in Amsterdam en is getogen in 't Gooi. De persoon Wiegel, pas 25 jaar, wordt als volgt samengevat: "Hans Wiegel: bedaard jongeling."
Deze profielschets biedt een fraai, geestig en ontroerend inkijkje in het karakter en de ambities van een jonge Hans Wiegel. De wens om burgermeester te worden van een middelgrote gemeente is niet uitgekomen. Het is 'slechts' bij minister van Binnenlandse Zaken, vicepremier, commissaris van de Koningin van Friesland en senator gebleven.
Zoals wij inmiddels weten, is Hans Wiegel na deze profielschets in de Kamer gekomen. Binnenkort zal er een korte terugblik op de eerste maanden van zijn Kamerlidmaatschap verschijnen. Deze verscheen een jaar later (december 1967) in Liberaal Reveil, geschreven door het kersverse Kamerlid zelf, te weten: Hans Wiegel.