06
Jun
2023

Het liberalisme bedrijft Verlichtingsfundamentalisme. Het wil namelijk zijn vrijheid opleggen

Liberalisme

Filosofie, Religie & Ethiek

Fundamentalisme is het streven de samenleving in te richten volgens vaste, niet betwistbare zekerheden (dogma’s). Individuele voorkeuren die daar niet in passen moeten daarvoor wijken; zulke individuen moeten zich naar het van bovenaf bepaalde patroon voegen, zich schikken.

·        Fundamentalisme is het streven de samenleving in te richten volgens vaste, niet betwistbare zekerheden (dogma’s). Individuele voorkeuren die daar niet in passen moeten daarvoor wijken; zulke individuen moeten zich naar het van bovenaf bepaalde patroon voegen, zich schikken.

·        Liberalen plaatsen daarentegen de vrijheid van het individu voorop. In de liberale samenleving mag alles ter discussie worden gesteld; ook belangrijke liberale waarden moeten indien uitgedaagd de proof of the pudding doorstaan (het Popperiaanse principe van ‘falsificatie’) ; zijmoeten, anders gezegd, met argumenten worden hooggehouden en niet door botte machts-of ‘gezags’-uitoefening.

·        Vrijheid opleggen is een contradictio interminis. Vrijheid kan niet worden opgelegd, zij kan slechts worden geboden. De liberale vrijheid is niet bij voorbaat ingevuld; het is aan alle individuen om, ieder voor zich, invulling aan de eigen vrijheid te geven. Anders gezegd: liberalen geven individuen vrijheid zonder te (willen) weten wat deze individuen met hun vrijheid gaan doen. Het kan goed zijn dat een liberaal politicus bemerkt dat burgers anders met hun vrijheid omgaan dan híj voor zichzelf als ideaal beschouwt. Toch laten liberalen vrijheid aan de burgers, zolang die met hun vrijheid de vrijheid van hun medeburgers (of notoire algemene belangen)niet schaden.

·        Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat de vrijheid van meningsuiting als fundamentele waarde in onze samenleving ruimmoet worden gehanteerd. De vrijheid van meningsuiting is niet hetzelfde als een vrijheid om te kwetsen, maar omvat wel het recht om meningen uit te dragen die door anderen als kwetsend kunnen worden ervaren. Het recht op vrijheid van meningsuiting ontleent juist zijn betekenis aan de mogelijkheid om controversiële opvattingen te verkondigen. Voor het uitdragen van meningen die gemeengoed zijn, is een dergelijk recht niet nodig. Het recht op vrijheid van meningsuiting bestaat om meningen te kunnen ventileren en te horen die prikkelen en op weerstand stuiten. Of een andere burger zo’n mening als beledigend ervaart, kan niet het criterium zijn om een mening uit het openbaar debat te bannen. Slechts aan een vaststelling van de rechter dat er van een objectiveerbare belediging, smaad of laster sprake is – als er dus reëel geleden schade wordt geconstateerd– kan een grond tot inperking worden ontleend.

·        Fundamentalisme is het streven de samenleving in te richten volgens vaste, niet betwistbare zekerheden (dogma’s). Individuele voorkeuren die daar niet in passen moeten daarvoor wijken; zulke individuen moeten zich naar het van bovenaf bepaalde patroon voegen, zich schikken.

·        Liberalen plaatsen daarentegen de vrijheid van het individu voorop. In de liberale samenleving mag alles ter discussie worden gesteld; ook belangrijke liberale waarden moeten indien uitgedaagd de proof of the pudding doorstaan (het Popperiaanse principe van ‘falsificatie’) ; zijmoeten, anders gezegd, met argumenten worden hooggehouden en niet door botte machts-of ‘gezags’-uitoefening.

·        Vrijheid opleggen is een contradictio interminis. Vrijheid kan niet worden opgelegd, zij kan slechts worden geboden. De liberale vrijheid is niet bij voorbaat ingevuld; het is aan alle individuen om, ieder voor zich, invulling aan de eigen vrijheid te geven. Anders gezegd: liberalen geven individuen vrijheid zonder te (willen) weten wat deze individuen met hun vrijheid gaan doen. Het kan goed zijn dat een liberaal politicus bemerkt dat burgers anders met hun vrijheid omgaan dan híj voor zichzelf als ideaal beschouwt. Toch laten liberalen vrijheid aan de burgers, zolang die met hun vrijheid de vrijheid van hun medeburgers (of notoire algemene belangen)niet schaden.

·        Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat de vrijheid van meningsuiting als fundamentele waarde in onze samenleving ruimmoet worden gehanteerd. De vrijheid van meningsuiting is niet hetzelfde als een vrijheid om te kwetsen, maar omvat wel het recht om meningen uit te dragen die door anderen als kwetsend kunnen worden ervaren. Het recht op vrijheid van meningsuiting ontleent juist zijn betekenis aan de mogelijkheid om controversiële opvattingen te verkondigen. Voor het uitdragen van meningen die gemeengoed zijn, is een dergelijk recht niet nodig. Het recht op vrijheid van meningsuiting bestaat om meningen te kunnen ventileren en te horen die prikkelen en op weerstand stuiten. Of een andere burger zo’n mening als beledigend ervaart, kan niet het criterium zijn om een mening uit het openbaar debat te bannen. Slechts aan een vaststelling van de rechter dat er van een objectiveerbare belediging, smaad of laster sprake is – als er dus reëel geleden schade wordt geconstateerd– kan een grond tot inperking worden ontleend.