01
Jan
2020

Hoe staat het met onze verdraagzaamheid?

Column

Internationaal

Het liberaal journaal dat rond Kerst bij vrienden van de TeldersStichting op de mat viel, heeft tolerantie als thema. Kees van der Staaij, Tweede Kamerlid en fractievoorzitter van de SGP, schreef voor ons een bijdrage. Hoe staat het eigenlijk met onze verdraagzaamheid, vraagt hij zich af.

Nederland is een land van monitors. Of het nu gaat om duurzaamheid, integriteit of veiligheid, het wordt met een monitor in de gaten gehouden. Maar hoe staat het eigenlijk met onze verdraagzaamheid? Ik ben nog geen verdraagzaamheidsmonitor tegengekomen. Toch zou het interessant zijn juist op dit punt de thermometer eens in onze samenleving te steken.  Hoe staat het eigenlijk met onze verdraagzaamheid en wat zijn hierbij onmisbare ijkpunten?

Sijpelt de verdraagzaamheid weg?

Verdraagzaamheid is onmiskenbaar een belangrijke karaktertrek in de Nederlandse cultuur en geschiedenis. De Unie van Utrecht bepaalde al in 1579 dat niemand vanwege zijn religie mocht worden vervolgd of bestraft. We zijn wat dat betreft met elkaar door schade en schande wijs geworden. We gaan elkaar niet meer te lijf als we het radicaal met elkaar oneens zijn. Ook is overheidsdwang en strafrechtelijke vervolging in gewetenszaken ongepast. Toch bekruipt me soms het gevoel dat de door veel strijd vergaarde wijsheid aan het wegsijpelen is. In politiek en samenleving is met name de omgang met seksuele diversiteit een lakmoesproef geworden.

Het lijkt erop dat in de Grondwet een nieuwe zorgplicht voor de regering is geslopen: opvattingen over seksualiteit zijn een voorwerp van aanhoudende zorg van de regering. In opdracht van het kabinet ontwikkelde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)  zelfs een meetlat voor de opvattingen van burgers. Wie zich uitspreekt voor afschaffing van het homohuwelijk is volgens het SCP inmiddels van de verkeerde kant, terwijl veel liberalen rond het jaar 2000 nog bedenkingen hadden bij het homohuwelijk. De vrijheden van meningsuiting, godsdienst en onderwijs zijn niet langer een vanzelfsprekend hitteschild rond de private sfeer tegenover opvattingen van de meerderheid. En dat is paradoxaal genoeg aan de orde in een rechtsstaat met christelijke wortels.

Bescherming van de private sfeer is hoeksteen van liberalisme

De bescherming van de private sfeer, zowel voor individuen als collectieven, is in de geschiedenis van het liberalisme een hoeksteen. De politiek filosoof John Locke verwoordde dit krachtig in zijn bekende Brief over tolerantie. De brief werd overigens tijdens zijn Hollandse ballingschap in Gouda gedrukt omdat de grond Engeland te heet onder de voeten werd. Locke benadrukte op grond van Bijbelteksten dat (godsdienstige) overtuigingen zich niet met geweld laten afdwingen. Het is niet alleen onmogelijk, maar het kan de samenleving ook onleefbaar maken. Zijn pleidooi heeft ook een seculariserende samenleving veel te zeggen. Het betekent bijvoorbeeld dat de overheid evenmin aan moderne meerderheidsopvattingen een juridische superstatus mag geven die private vrijheden beknelt.  

Aansprekend in de brief van Locke vind ik waar hij de grens voor verdraagzaamheid trekt. Naast het afzien van geweld is voor hem een kernvraag of burgers een basale loyaliteit hebben aan de (politieke) gemeenschap waarin zij leven. Kunnen we elkaar vertrouwen of is er sprake van een dubbele agenda?  Als onderdanen het gezag van de sultan in Constantinopel of de paus in Rome in wereldse zaken hoger aanslaan dat dat van de overheid, zo stelde Locke, heeft de samenleving een fundamenteel probleem. Dat is ook precies het punt waarover de Tweede Kamer vandaag zorgen heeft over salafisme en buitenlandse financiering.  Van burgers mogen we een basale loyaliteit aan de democratische rechtsorde verwachten. Met dat perspectief van Locke zijn grote ongemakken niet ineens verdwenen. Dat kan ook niet, want verdraagzaamheid werkt pas wanneer het spannend wordt. We voorkomen wel dat verdraagzaamheid steeds verder wordt uitgehold door fixatie op bepaalde grondrechten.

'De diepste bron voor vedraagzaamheid vind ik in de Bijbel zelf'

In aansluiting op de tentoonstelling in het Catharijneconvent kan ik een uitstapje naar de Biblebelt niet laten. Welke kritiek je ook op de Biblebelt kunt leveren, het gebied staat niet bekend om oproer, vernieling en gebrek aan gemeenschapszin. Toch wil ik niet eindigen in de Biblebelt als voorbeeld voor de nog te ontwikkelen verdraagzaamheidsmonitor. De diepste bron voor verdraagzaamheid vind ik in de Bijbel zelf. Als God het met een ieder van ons, met al onze persoonlijke gebreken, zonden en onhebbelijkheden, nog blijft uithouden, hebben we dan niet voldoende reden om elkaar ook te blijven verdragen?

Nederland is een land van monitors. Of het nu gaat om duurzaamheid, integriteit of veiligheid, het wordt met een monitor in de gaten gehouden. Maar hoe staat het eigenlijk met onze verdraagzaamheid? Ik ben nog geen verdraagzaamheidsmonitor tegengekomen. Toch zou het interessant zijn juist op dit punt de thermometer eens in onze samenleving te steken.  Hoe staat het eigenlijk met onze verdraagzaamheid en wat zijn hierbij onmisbare ijkpunten?

Sijpelt de verdraagzaamheid weg?

Verdraagzaamheid is onmiskenbaar een belangrijke karaktertrek in de Nederlandse cultuur en geschiedenis. De Unie van Utrecht bepaalde al in 1579 dat niemand vanwege zijn religie mocht worden vervolgd of bestraft. We zijn wat dat betreft met elkaar door schade en schande wijs geworden. We gaan elkaar niet meer te lijf als we het radicaal met elkaar oneens zijn. Ook is overheidsdwang en strafrechtelijke vervolging in gewetenszaken ongepast. Toch bekruipt me soms het gevoel dat de door veel strijd vergaarde wijsheid aan het wegsijpelen is. In politiek en samenleving is met name de omgang met seksuele diversiteit een lakmoesproef geworden.

Het lijkt erop dat in de Grondwet een nieuwe zorgplicht voor de regering is geslopen: opvattingen over seksualiteit zijn een voorwerp van aanhoudende zorg van de regering. In opdracht van het kabinet ontwikkelde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)  zelfs een meetlat voor de opvattingen van burgers. Wie zich uitspreekt voor afschaffing van het homohuwelijk is volgens het SCP inmiddels van de verkeerde kant, terwijl veel liberalen rond het jaar 2000 nog bedenkingen hadden bij het homohuwelijk. De vrijheden van meningsuiting, godsdienst en onderwijs zijn niet langer een vanzelfsprekend hitteschild rond de private sfeer tegenover opvattingen van de meerderheid. En dat is paradoxaal genoeg aan de orde in een rechtsstaat met christelijke wortels.

Bescherming van de private sfeer is hoeksteen van liberalisme

De bescherming van de private sfeer, zowel voor individuen als collectieven, is in de geschiedenis van het liberalisme een hoeksteen. De politiek filosoof John Locke verwoordde dit krachtig in zijn bekende Brief over tolerantie. De brief werd overigens tijdens zijn Hollandse ballingschap in Gouda gedrukt omdat de grond Engeland te heet onder de voeten werd. Locke benadrukte op grond van Bijbelteksten dat (godsdienstige) overtuigingen zich niet met geweld laten afdwingen. Het is niet alleen onmogelijk, maar het kan de samenleving ook onleefbaar maken. Zijn pleidooi heeft ook een seculariserende samenleving veel te zeggen. Het betekent bijvoorbeeld dat de overheid evenmin aan moderne meerderheidsopvattingen een juridische superstatus mag geven die private vrijheden beknelt.  

Aansprekend in de brief van Locke vind ik waar hij de grens voor verdraagzaamheid trekt. Naast het afzien van geweld is voor hem een kernvraag of burgers een basale loyaliteit hebben aan de (politieke) gemeenschap waarin zij leven. Kunnen we elkaar vertrouwen of is er sprake van een dubbele agenda?  Als onderdanen het gezag van de sultan in Constantinopel of de paus in Rome in wereldse zaken hoger aanslaan dat dat van de overheid, zo stelde Locke, heeft de samenleving een fundamenteel probleem. Dat is ook precies het punt waarover de Tweede Kamer vandaag zorgen heeft over salafisme en buitenlandse financiering.  Van burgers mogen we een basale loyaliteit aan de democratische rechtsorde verwachten. Met dat perspectief van Locke zijn grote ongemakken niet ineens verdwenen. Dat kan ook niet, want verdraagzaamheid werkt pas wanneer het spannend wordt. We voorkomen wel dat verdraagzaamheid steeds verder wordt uitgehold door fixatie op bepaalde grondrechten.

'De diepste bron voor vedraagzaamheid vind ik in de Bijbel zelf'

In aansluiting op de tentoonstelling in het Catharijneconvent kan ik een uitstapje naar de Biblebelt niet laten. Welke kritiek je ook op de Biblebelt kunt leveren, het gebied staat niet bekend om oproer, vernieling en gebrek aan gemeenschapszin. Toch wil ik niet eindigen in de Biblebelt als voorbeeld voor de nog te ontwikkelen verdraagzaamheidsmonitor. De diepste bron voor verdraagzaamheid vind ik in de Bijbel zelf. Als God het met een ieder van ons, met al onze persoonlijke gebreken, zonden en onhebbelijkheden, nog blijft uithouden, hebben we dan niet voldoende reden om elkaar ook te blijven verdragen?