01
Jan
2023

Het vuurwerkverbod vanuit liberaal perspectief: voor en tegen

Column

Binnenland

Hoe verhoudt het vuurwerkverbod zich tot de liberale beginselen? In deze column geeft Pieter van der Staak een pleidooi voor, en Leon Scholten een pleidooi tegen het vuurwerkverbod.

Een liberaal pleidooi voor een vuurwerkverbod

door Pieter van der Staak

De feestdagen zijn een mooi moment voor reflectie, ook voor ons als liberalen. En wat is nou actueler om op terug te kijken dan de liberale houding ten opzichte van een vuurwerkverbod? Nadat de jaarwisselingen tijdens corona zijn aangegrepen om een algeheel verbod in te stellen was de meest recente jaarwisseling in de bekende vrije vorm. Dit was voor verschillende burgemeesters een mooi moment om een kritische noot te plaatsen bij de manier waarop wij het nieuwe jaar inluiden. Want wat is er precies liberaal aan doelloos dingen opblazen, waarbij je potentieel mensen verwondt en bezittingen beschadigt?

Iedere jaarwisseling zijn de gevolgen van het afsteken van (illegaal) vuurwerk groot. Het Oogziekenhuis in Rotterdam sprak dit jaar van een horrornacht met als jongste slachtoffer een zevenjarige. VeiligheidNL meldt een totaal van 1253 slachtoffers, waarbij de behandelingen de belastingbetaler in totaal 3,9 miljoen euro hebben gekost. Het is niet duidelijk of de slachtoffers zelf het vuurwerk af hebben gestoken of omstanders waren, maar met een dusdanig grote groep is het realistisch dat er onschuldige omstanders tussen stonden. Die mensen zijn door vuurwerk nu blind, zijn ledematen kwijt, of hebben gehoorschade opgelopen.

Naast de fysieke schade die deze mensen geleden hebben, stellen verzekeraars dat er voor tien miljoen euro aan particuliere schade gemeld is. Medische kosten, claims van bedrijven en schade aan overheidseigendommen zijn hierin niet meegenomen, wat het bedrag dus nog vele malen hoger doet uitvallen. Wij normaliseren dat er ieder jaar zo’n gigantische schade aan het land wordt aangericht waar de gemeenschap lekker voor op mag draaien. Dat roept toch enige cynische gedachtes aan The Purge op, de film waarin in één nacht alle misdaden eenmalig door de vingers gezien worden. Tot slot is er nog de schade die wordt aangericht aan de omgeving en die niet wordt uitgedrukt in geld, denk hierbij aan de (huis)dieren en de vervuiling van de natuur.

Wanneer wij als liberalen de grens van de vrijheid willen bepalen wordt vaak John Stuart Mill aangehaald: mijn vrijheid houdt op, waar die van jou begint. Ik denk dat we het allemaal eens zijn dat de eerder genoemde gewonde mensen en de mensen wier eigendom wordt vernield allemaal stuk voor stuk in hun vrijheid zijn aangetast. Daarom moeten we de daad bij het woord voegen en de oorzaak aanpakken.

Een veelgehoord tegenargument is dat het zonde is om een mooie traditie te ontnemen van het volk. Dit raakt echter kant noch wal. De traditie van harde knallen met oud en nieuw om geesten te verjagen is allang niet meer de reden waarom mensen vuurwerk afsteken, sterker nog ik denk dat mensen niet eens weten dat dat de traditie is. Daarnaast kun je tradities best achter je laten op het moment dat je ze ongezond of onveilig vindt worden, roken in een restaurant was lange tijd ook heel normaal, maar dat doen we nu ook niet meer.

Een tweede argument dat vaak wordt aangehaald, is dat een verbod niet te handhaven valt: dat is volledig juist onder de huidige wetgeving en cultuur in het land. De regels omtrent kopen en afsteken zijn te wisselend over de tijd heen en tussen gemeenten. Zoals de politiebond ook aangaf, bemoeilijkt dit optreden. Eenduidig beleid zal daarentegen duidelijk zijn en ook ertoe leiden dat mensen weten waar ze zich aan moeten houden. Dit zal over de jaren heen zorgen voor een cultuurverschuiving waarin vuurwerk minder normaal wordt geacht, wat er weer toe leidt dat mensen de moeite niet meer gaan doen om illegaal vuurwerk te kopen. In het begin van het rookverbod in de horeca was het ook lastig handhaven en wennen voor mensen, maar tegenwoordig weten we niet beter. Tegelijkertijd kan de politie bij een algeheel vuurwerkverbod beter optreden en hebben zij ook meer mandaat wanneer ze dat doen, dit voorkomt dat de situatie verder escaleert.

Een derde argument dat je vaak hoort, is dat de huidige maatregelen waarbij verschillende typen vuurwerk verboden worden, zoals knalvuurwerk, de mensen drijven richting het zwaardere vuurwerk, en dat je daarom juist zou willen reguleren. Dit is echter niet de bewezen reden dat de afgelopen jaren het vuurwerk steeds zwaarder wordt. Je kan net zo goed de onrust in de maatschappij aanwijzen als de oorzaak van het feit dat mensen naar zwaarder vuurwerk grijpen, we weten simpelweg niet waarom het zo is. Daarnaast gaan hier ook de argumenten op dat deze cultuur over de jaren heen kan veranderen en dat juist bij een algeheel verbod de politie makkelijker kan ingrijpen, ook bij zwaar vuurwerk.

Een ander liberaal argument is dat mensen ervoor kiezen zich bloot te stellen aan de gevaren en de risico’s. Wintersport is bijvoorbeeld ook niet zonder risico’s, maar dat doen mensen ook nog steeds. Deze vergelijking gaat echter niet op, daar zijn de slachtoffers immers altijd zelf participant in de activiteit zelf, waar het bij vuurwerkslachtoffers ook om omstanders kan gaan. Daarnaast vind ik het een onrealistische en onwenselijke manier van verantwoordelijkheid van je afschuiven als je een slachtoffer van brandschade vertelt dat hij zijn auto maar in een parkeergarage had moeten zetten, want hij nam zelf vrijwillig deel aan een risicovolle situatie, namelijk: buiten parkeren.

Tot slot hoor je vaak dat het vuurwerk niet hetgeen is dat de schade aanricht, maar mensen die het onzorgvuldig afsteken. En dat je het probleem dus bij die rotte appels moet oplossen. Als we de Nederlandse jaarwisseling echter vergelijken met landen zonder vuurwerkcultuur, zoals Frankrijk of Groot-Brittannië, zien we dat daar aanzienlijk minder ongeregeldheden plaatsvonden, wat impliceert dat de ongeregeldheden toch echt verbonden zijn aan vuurwerk.

In deze reflectie van 2022 weeg ik de voorargumenten en tegenargumenten van vuurwerk af zoals zojuist besproken en kom ik tot de conclusie dat vuurwerk leuk is voor een avondje, maar de liberale aanpak toch zou zijn om een algeheel verbod in te stellen. Te veel omstanders worden fysiek of financieel geraakt. Tevens is het duidelijk dat een algeheel verbod juist een hoopvolle en haalbare situatie van handhaafbaarheid biedt en ook de vuurwerkcultuur zal doen veranderen. Op naar een knalvrij 2023/2024!

Pieter van der Staak (1999) volgt de master Financial Economics aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is oud-Hoofdbestuurder bij de JOVD.

Een liberaal pleidooi voor tolerantie van vuurwerk

door Leon Scholten

Met de recente jaarwisseling is de discussie over een totaalverbod op vuurwerk weer opgelaaid. Ondanks de steeds luidere roep hierom vielen dit jaar ongeveer evenveel slachtoffers als voor de coronapandemie. Tevens waren er geen grote ongeregeldheden. Maar ook los van de recente jaarwisseling is een vuurwerkverbod mijns inziens weinig liberaal.

Er gold deze jaarwisseling een vuurwerkverbod in twaalf gemeenten, waarbij twee zich later zullen aansluiten. Nog eens tien gemeenten overwegen het. Dit valt in het niet bij het aantal van 223 ondervraagde gemeenten. De lokale verboden werden massaal genegeerd. Daarom pleitten de burgemeesters van twee grote steden voor een landelijk verbod. Hetzelfde gold voor twee politiebonden. Een bondsvoorzitter sprak grote woorden: hij twijfelde aan de geloofwaardigheid van de rechtsstaat als er in zo weinig plaatsen een verbod was. Teneinde een ‘eenduidig beleid’ te krijgen, moest het maar voor het hele land gelden.

Dit is de omgekeerde wereld. In onze democratie beslist onze nationale volksvertegenwoordiging over de wetten die in het hele land gelden. Vrijheidsbeperkende maatregelen – nog afgezien van de rechtvaardigheid vanuit liberaal perspectief – kunnen onmogelijk worden genomen omdat een klein aantal gemeenten tegen de landelijke politiek in gaat: Een meerderheid van de Tweede Kamer is tegen. Bij de discussie rondom een vuurwerkverbod is er een diepe kloof tussen de stad en de regio zichtbaar. Vooral in de grote steden vinden grote ongeregeldheden en geweld tegen de politie plaats. In de regio is veel minder aan de hand. In mijn eigen Kampen wordt zelfs meer toegestaan dan in de meeste gemeenten, bijvoorbeeld carbidschieten. Potentieel risicovol, maar er worden goede afspraken gemaakt tussen de gemeente en de jongerengroepen die dit leuk vinden. Overtreders worden gewoon aangepakt door de politie. Het is daarom ook geen toeval dat het vooral burgemeesters van grote steden zijn die voor een landelijk verbod pleiten. Maar hoe rechtvaardig is het dat liefhebbers op het platteland niet meer mogen afsteken omdat grote gemeenten de controle niet kunnen bewaren? Ook ligt het in de rede dat er juist in de regio problemen gaan ontstaan, omdat een verbod daar op nagenoeg geen draagvlak zal rekenen en daar altijd meer mocht.

Kleine kinderen denken vaak dat de politie de regels bepaalt, maar in werkelijkheid hebben zij die alleen te handhaven. Voor deze – vaak gevaarlijke - bezigheid verdienen agenten alle respect en middelen, en dient de politiek ook hun veiligheid na te streven. Maar is het aannemelijk dat een algemeen vuurwerkverbod geweld tegen de politie vermindert? Ook buiten oud en nieuw wordt tijdens ongeregeldheden vuurwerk naar de politie gegooid, terwijl het dan helemaal niet verkocht mag worden. Het is dan ook vooral illegaal vuurwerk dat hiervoor gebruikt wordt (hierbij doel ik op zwaar vuurwerk dat ook voor de coronapandemie illegaal was). Terwijl er wordt gediscussieerd over een geheel verbod, is gooien met vuurwerk nog niet eens een strafverzwarende omstandigheid bij mishandeling of openlijke geweldpleging. Pas vorige maand is een motie met deze strekking ingediend. Het paard wordt achter de wagen gespannen.

Ook bij een algemeen verbod zal er vuurwerk worden afgestoken. Het kan simpelweg uit België en Duitsland of per post geïmporteerd worden. Dit gebeurt immers al met illegaal vuurwerk. Het enige effect is vervaging van de grens tussen verantwoord, voor corona legaal, vuurwerk en gevaarlijke, reeds illegale, rotzooi. De wetgever hield deze juist scherp: te zwaar of anderzijds gevaarlijk vuurwerk werd doorlopend verboden, bijvoorbeeld babypijltjes en Romeinse kaarsen. Het verbod op al het knalvuurwerk dat tijdens de coronapandemie is ingevoerd had niet blijvend moeten zijn. Ik zie dit niet als nodige aanscherping, maar als een poging tot een aanloop naar een totaalverbod. Overigens was dit jaar aan geknal alsnog geen gebrek. De roep om een verbod is ook niet milder geworden nu alleen siervuurwerk nog mag. Het is daarnaast aannemelijk dat het bij misdrijven gebruikte vuurwerk illegaal is. Laten we eerst proberen het illegale vuurwerk terug te dringen: dit is nog volop verkrijgbaar. Gaan we wiet niet langer gedogen omdat cocaïnebendes te machtig zijn geworden (en deze zo een extra markt geven)?  

Het feit dat de meeste gepeilde mensen voor een verbod zijn, is geen argument op zich. Hierom een verbod invoeren is eerder een ‘tirannie van de meerderheid’ dan democratie. Op oudjaarsavond valt te merken dat sommige mensen er plezier aan hebben. Wie heeft het recht dat te verbieden vanwege eigen ergernis of afkeer? Juist vanuit het liberale gedachtegoed moet tolerantie worden betracht. Net als het draaien van muziek weliswaar gereguleerd wordt (decibels, tijdstip), maar niet geheel verboden is omdat omstanders of omwonenden er zich mogelijk aan kunnen ergeren. Tolerantie geldt per definitie niet voor iets waar een individu van houdt; zelf heb ik weinig met vuurwerk. Soms wordt angst bij huisdieren als argument genoemd voor een verbod. Iets over de helft van de honden en katten is bang voor vuurwerk. Er zijn 1,5 miljoen honden en 2,6 miljoen katten in Nederland. Ondertussen worden er in ons land 116,4 miljoen landbouwdieren gehouden. Deze bestaan enkel voor menselijke consumptie, met weinig aandacht voor hun welzijn. Hun (ongetwijfeld grotere) stress en angst zien weinigen. Met andere woorden, dit argument ziet niet op angst bij dieren maar ergernis bij hun baasjes. Eigenaren pleiten dan ook vaker voor een verbod dan dat ze een angstig huisdier hebben, en slechts zes procent vaker dan alle respondenten.

Het afsteken van vuurwerk brengt weliswaar risico’s met zich mee, maar hetzelfde geldt voor verkeersdeelname of bepaalde sporten. Wel kan een derde persoon gewond of eigendom beschadigd raken door verkeerd gedrag. Dit wordt al strafrechtelijk aangepakt. Waarom moeten verantwoordelijke vuurwerkliefhebbers hiervoor ook gestraft worden? Natuurlijk is dit een argument dat ook wordt gebruikt voor vrij wapenbezit in Amerika, maar het fundamentele verschil is dat een vuurwapen bedoeld is om te beschadigen. Vuurwerk is daarentegen een consumentenproduct. Volgens het schadebeginsel van de liberaal John Stuart Mill mag macht alleen gebruikt worden tegen iemands wil om schade bij anderen te voorkomen. Hieraan is bij legaal vuurwerk dus niet voldaan.

Leon Scholten (1997) is afgestudeerd historicus en liep stage bij de TeldersStichting.

Een liberaal pleidooi voor een vuurwerkverbod

door Pieter van der Staak

De feestdagen zijn een mooi moment voor reflectie, ook voor ons als liberalen. En wat is nou actueler om op terug te kijken dan de liberale houding ten opzichte van een vuurwerkverbod? Nadat de jaarwisselingen tijdens corona zijn aangegrepen om een algeheel verbod in te stellen was de meest recente jaarwisseling in de bekende vrije vorm. Dit was voor verschillende burgemeesters een mooi moment om een kritische noot te plaatsen bij de manier waarop wij het nieuwe jaar inluiden. Want wat is er precies liberaal aan doelloos dingen opblazen, waarbij je potentieel mensen verwondt en bezittingen beschadigt?

Iedere jaarwisseling zijn de gevolgen van het afsteken van (illegaal) vuurwerk groot. Het Oogziekenhuis in Rotterdam sprak dit jaar van een horrornacht met als jongste slachtoffer een zevenjarige. VeiligheidNL meldt een totaal van 1253 slachtoffers, waarbij de behandelingen de belastingbetaler in totaal 3,9 miljoen euro hebben gekost. Het is niet duidelijk of de slachtoffers zelf het vuurwerk af hebben gestoken of omstanders waren, maar met een dusdanig grote groep is het realistisch dat er onschuldige omstanders tussen stonden. Die mensen zijn door vuurwerk nu blind, zijn ledematen kwijt, of hebben gehoorschade opgelopen.

Naast de fysieke schade die deze mensen geleden hebben, stellen verzekeraars dat er voor tien miljoen euro aan particuliere schade gemeld is. Medische kosten, claims van bedrijven en schade aan overheidseigendommen zijn hierin niet meegenomen, wat het bedrag dus nog vele malen hoger doet uitvallen. Wij normaliseren dat er ieder jaar zo’n gigantische schade aan het land wordt aangericht waar de gemeenschap lekker voor op mag draaien. Dat roept toch enige cynische gedachtes aan The Purge op, de film waarin in één nacht alle misdaden eenmalig door de vingers gezien worden. Tot slot is er nog de schade die wordt aangericht aan de omgeving en die niet wordt uitgedrukt in geld, denk hierbij aan de (huis)dieren en de vervuiling van de natuur.

Wanneer wij als liberalen de grens van de vrijheid willen bepalen wordt vaak John Stuart Mill aangehaald: mijn vrijheid houdt op, waar die van jou begint. Ik denk dat we het allemaal eens zijn dat de eerder genoemde gewonde mensen en de mensen wier eigendom wordt vernield allemaal stuk voor stuk in hun vrijheid zijn aangetast. Daarom moeten we de daad bij het woord voegen en de oorzaak aanpakken.

Een veelgehoord tegenargument is dat het zonde is om een mooie traditie te ontnemen van het volk. Dit raakt echter kant noch wal. De traditie van harde knallen met oud en nieuw om geesten te verjagen is allang niet meer de reden waarom mensen vuurwerk afsteken, sterker nog ik denk dat mensen niet eens weten dat dat de traditie is. Daarnaast kun je tradities best achter je laten op het moment dat je ze ongezond of onveilig vindt worden, roken in een restaurant was lange tijd ook heel normaal, maar dat doen we nu ook niet meer.

Een tweede argument dat vaak wordt aangehaald, is dat een verbod niet te handhaven valt: dat is volledig juist onder de huidige wetgeving en cultuur in het land. De regels omtrent kopen en afsteken zijn te wisselend over de tijd heen en tussen gemeenten. Zoals de politiebond ook aangaf, bemoeilijkt dit optreden. Eenduidig beleid zal daarentegen duidelijk zijn en ook ertoe leiden dat mensen weten waar ze zich aan moeten houden. Dit zal over de jaren heen zorgen voor een cultuurverschuiving waarin vuurwerk minder normaal wordt geacht, wat er weer toe leidt dat mensen de moeite niet meer gaan doen om illegaal vuurwerk te kopen. In het begin van het rookverbod in de horeca was het ook lastig handhaven en wennen voor mensen, maar tegenwoordig weten we niet beter. Tegelijkertijd kan de politie bij een algeheel vuurwerkverbod beter optreden en hebben zij ook meer mandaat wanneer ze dat doen, dit voorkomt dat de situatie verder escaleert.

Een derde argument dat je vaak hoort, is dat de huidige maatregelen waarbij verschillende typen vuurwerk verboden worden, zoals knalvuurwerk, de mensen drijven richting het zwaardere vuurwerk, en dat je daarom juist zou willen reguleren. Dit is echter niet de bewezen reden dat de afgelopen jaren het vuurwerk steeds zwaarder wordt. Je kan net zo goed de onrust in de maatschappij aanwijzen als de oorzaak van het feit dat mensen naar zwaarder vuurwerk grijpen, we weten simpelweg niet waarom het zo is. Daarnaast gaan hier ook de argumenten op dat deze cultuur over de jaren heen kan veranderen en dat juist bij een algeheel verbod de politie makkelijker kan ingrijpen, ook bij zwaar vuurwerk.

Een ander liberaal argument is dat mensen ervoor kiezen zich bloot te stellen aan de gevaren en de risico’s. Wintersport is bijvoorbeeld ook niet zonder risico’s, maar dat doen mensen ook nog steeds. Deze vergelijking gaat echter niet op, daar zijn de slachtoffers immers altijd zelf participant in de activiteit zelf, waar het bij vuurwerkslachtoffers ook om omstanders kan gaan. Daarnaast vind ik het een onrealistische en onwenselijke manier van verantwoordelijkheid van je afschuiven als je een slachtoffer van brandschade vertelt dat hij zijn auto maar in een parkeergarage had moeten zetten, want hij nam zelf vrijwillig deel aan een risicovolle situatie, namelijk: buiten parkeren.

Tot slot hoor je vaak dat het vuurwerk niet hetgeen is dat de schade aanricht, maar mensen die het onzorgvuldig afsteken. En dat je het probleem dus bij die rotte appels moet oplossen. Als we de Nederlandse jaarwisseling echter vergelijken met landen zonder vuurwerkcultuur, zoals Frankrijk of Groot-Brittannië, zien we dat daar aanzienlijk minder ongeregeldheden plaatsvonden, wat impliceert dat de ongeregeldheden toch echt verbonden zijn aan vuurwerk.

In deze reflectie van 2022 weeg ik de voorargumenten en tegenargumenten van vuurwerk af zoals zojuist besproken en kom ik tot de conclusie dat vuurwerk leuk is voor een avondje, maar de liberale aanpak toch zou zijn om een algeheel verbod in te stellen. Te veel omstanders worden fysiek of financieel geraakt. Tevens is het duidelijk dat een algeheel verbod juist een hoopvolle en haalbare situatie van handhaafbaarheid biedt en ook de vuurwerkcultuur zal doen veranderen. Op naar een knalvrij 2023/2024!

Pieter van der Staak (1999) volgt de master Financial Economics aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is oud-Hoofdbestuurder bij de JOVD.

Een liberaal pleidooi voor tolerantie van vuurwerk

door Leon Scholten

Met de recente jaarwisseling is de discussie over een totaalverbod op vuurwerk weer opgelaaid. Ondanks de steeds luidere roep hierom vielen dit jaar ongeveer evenveel slachtoffers als voor de coronapandemie. Tevens waren er geen grote ongeregeldheden. Maar ook los van de recente jaarwisseling is een vuurwerkverbod mijns inziens weinig liberaal.

Er gold deze jaarwisseling een vuurwerkverbod in twaalf gemeenten, waarbij twee zich later zullen aansluiten. Nog eens tien gemeenten overwegen het. Dit valt in het niet bij het aantal van 223 ondervraagde gemeenten. De lokale verboden werden massaal genegeerd. Daarom pleitten de burgemeesters van twee grote steden voor een landelijk verbod. Hetzelfde gold voor twee politiebonden. Een bondsvoorzitter sprak grote woorden: hij twijfelde aan de geloofwaardigheid van de rechtsstaat als er in zo weinig plaatsen een verbod was. Teneinde een ‘eenduidig beleid’ te krijgen, moest het maar voor het hele land gelden.

Dit is de omgekeerde wereld. In onze democratie beslist onze nationale volksvertegenwoordiging over de wetten die in het hele land gelden. Vrijheidsbeperkende maatregelen – nog afgezien van de rechtvaardigheid vanuit liberaal perspectief – kunnen onmogelijk worden genomen omdat een klein aantal gemeenten tegen de landelijke politiek in gaat: Een meerderheid van de Tweede Kamer is tegen. Bij de discussie rondom een vuurwerkverbod is er een diepe kloof tussen de stad en de regio zichtbaar. Vooral in de grote steden vinden grote ongeregeldheden en geweld tegen de politie plaats. In de regio is veel minder aan de hand. In mijn eigen Kampen wordt zelfs meer toegestaan dan in de meeste gemeenten, bijvoorbeeld carbidschieten. Potentieel risicovol, maar er worden goede afspraken gemaakt tussen de gemeente en de jongerengroepen die dit leuk vinden. Overtreders worden gewoon aangepakt door de politie. Het is daarom ook geen toeval dat het vooral burgemeesters van grote steden zijn die voor een landelijk verbod pleiten. Maar hoe rechtvaardig is het dat liefhebbers op het platteland niet meer mogen afsteken omdat grote gemeenten de controle niet kunnen bewaren? Ook ligt het in de rede dat er juist in de regio problemen gaan ontstaan, omdat een verbod daar op nagenoeg geen draagvlak zal rekenen en daar altijd meer mocht.

Kleine kinderen denken vaak dat de politie de regels bepaalt, maar in werkelijkheid hebben zij die alleen te handhaven. Voor deze – vaak gevaarlijke - bezigheid verdienen agenten alle respect en middelen, en dient de politiek ook hun veiligheid na te streven. Maar is het aannemelijk dat een algemeen vuurwerkverbod geweld tegen de politie vermindert? Ook buiten oud en nieuw wordt tijdens ongeregeldheden vuurwerk naar de politie gegooid, terwijl het dan helemaal niet verkocht mag worden. Het is dan ook vooral illegaal vuurwerk dat hiervoor gebruikt wordt (hierbij doel ik op zwaar vuurwerk dat ook voor de coronapandemie illegaal was). Terwijl er wordt gediscussieerd over een geheel verbod, is gooien met vuurwerk nog niet eens een strafverzwarende omstandigheid bij mishandeling of openlijke geweldpleging. Pas vorige maand is een motie met deze strekking ingediend. Het paard wordt achter de wagen gespannen.

Ook bij een algemeen verbod zal er vuurwerk worden afgestoken. Het kan simpelweg uit België en Duitsland of per post geïmporteerd worden. Dit gebeurt immers al met illegaal vuurwerk. Het enige effect is vervaging van de grens tussen verantwoord, voor corona legaal, vuurwerk en gevaarlijke, reeds illegale, rotzooi. De wetgever hield deze juist scherp: te zwaar of anderzijds gevaarlijk vuurwerk werd doorlopend verboden, bijvoorbeeld babypijltjes en Romeinse kaarsen. Het verbod op al het knalvuurwerk dat tijdens de coronapandemie is ingevoerd had niet blijvend moeten zijn. Ik zie dit niet als nodige aanscherping, maar als een poging tot een aanloop naar een totaalverbod. Overigens was dit jaar aan geknal alsnog geen gebrek. De roep om een verbod is ook niet milder geworden nu alleen siervuurwerk nog mag. Het is daarnaast aannemelijk dat het bij misdrijven gebruikte vuurwerk illegaal is. Laten we eerst proberen het illegale vuurwerk terug te dringen: dit is nog volop verkrijgbaar. Gaan we wiet niet langer gedogen omdat cocaïnebendes te machtig zijn geworden (en deze zo een extra markt geven)?  

Het feit dat de meeste gepeilde mensen voor een verbod zijn, is geen argument op zich. Hierom een verbod invoeren is eerder een ‘tirannie van de meerderheid’ dan democratie. Op oudjaarsavond valt te merken dat sommige mensen er plezier aan hebben. Wie heeft het recht dat te verbieden vanwege eigen ergernis of afkeer? Juist vanuit het liberale gedachtegoed moet tolerantie worden betracht. Net als het draaien van muziek weliswaar gereguleerd wordt (decibels, tijdstip), maar niet geheel verboden is omdat omstanders of omwonenden er zich mogelijk aan kunnen ergeren. Tolerantie geldt per definitie niet voor iets waar een individu van houdt; zelf heb ik weinig met vuurwerk. Soms wordt angst bij huisdieren als argument genoemd voor een verbod. Iets over de helft van de honden en katten is bang voor vuurwerk. Er zijn 1,5 miljoen honden en 2,6 miljoen katten in Nederland. Ondertussen worden er in ons land 116,4 miljoen landbouwdieren gehouden. Deze bestaan enkel voor menselijke consumptie, met weinig aandacht voor hun welzijn. Hun (ongetwijfeld grotere) stress en angst zien weinigen. Met andere woorden, dit argument ziet niet op angst bij dieren maar ergernis bij hun baasjes. Eigenaren pleiten dan ook vaker voor een verbod dan dat ze een angstig huisdier hebben, en slechts zes procent vaker dan alle respondenten.

Het afsteken van vuurwerk brengt weliswaar risico’s met zich mee, maar hetzelfde geldt voor verkeersdeelname of bepaalde sporten. Wel kan een derde persoon gewond of eigendom beschadigd raken door verkeerd gedrag. Dit wordt al strafrechtelijk aangepakt. Waarom moeten verantwoordelijke vuurwerkliefhebbers hiervoor ook gestraft worden? Natuurlijk is dit een argument dat ook wordt gebruikt voor vrij wapenbezit in Amerika, maar het fundamentele verschil is dat een vuurwapen bedoeld is om te beschadigen. Vuurwerk is daarentegen een consumentenproduct. Volgens het schadebeginsel van de liberaal John Stuart Mill mag macht alleen gebruikt worden tegen iemands wil om schade bij anderen te voorkomen. Hieraan is bij legaal vuurwerk dus niet voldaan.

Leon Scholten (1997) is afgestudeerd historicus en liep stage bij de TeldersStichting.