05
May
2020

Geen vrijheid zonder risico

Column

Democratie & Rechtsstaat

Maartje Schulz past het schadebeginsel van John Stuart Mill toe op de coronacrisis. Het schadebeginsel houdt volgens haar niet in dat elk risico moet worden uitgebannen in de samenleving. Als je dat zou willen als overheid, kan er geen individuele vrijheid meer bestaan.

A
A

'De vrijheid van de één mag niet ten koste gaan van de gezondheid van een ander,´ zei minister-president Mark Rutte op de persconferentie van 21 april. De premier, die in diezelfde persconferentie aangaf dat het niet zoveel zin had al te ´filosofisch te doen´ over een virus dat simpelweg van de een naar de ander kan overspringen, leek met deze uitspraak toch even de liberale filosoof John Stuart Mill aan te halen.

Schadebeginsel van John Stuart Mill

Ruttes uitspraak is een variant op het schadebeginsel van Mill. Het schadebeginsel komt erop neer dat de vrijheid van de één enkel kan worden ingeperkt wanneer diens vrijheid schade toebrengt aan een ander. ‘‘The only purpose for which power can be rightfully exercised over any member of a civilized community, against his will, is to prevent harm to others’’, schreef Mill in zijn beroemde werk On Liberty.

In zekere zin gaat dit liberale argument voor de inperking van vrijheid op in de situatie van de coronacrisis. De bewegingsvrijheid van de één kan namelijk schade toebrengen aan een ander. Het nieuwe virus, waar nog geen goede behandeloptie of vaccin voor is, verspreidt zich via mensen die in elkaars nabijheid zijn, en het virus kan sommige mensen behoorlijk ziek maken. Voor een klein deel van de mensen heeft een corona-infectie een dodelijke afloop. Er is dus een reëel risico dat een volledige uitoefening van de bewegingsvrijheid serieuze gezondheidsschade aanricht aan anderen.

Maar daar houdt de analyse niet op. Want ten eerste kun je niet stellen dat iedereen een direct gezondheidsgevaar voor de ander vormt. Alleen de mensen die het virus bij zich dragen, vormen in die periode immers een direct risico voor een ander. Bovendien ondervinden verreweg de meeste mensen, zoals het nu lijkt, geen ernstige gezondheidsschade van een besmetting. Het gros heeft milde klachten.

Wat dat betreft moet de gezondheid van sommigen, ook weer niet leiden tot onvrijheid van iedereen. Als de vrijheid je lief is, perk je deze niet meer in dan noodzakelijk is. Daarom is het voor liberalen van belang om over vragen na te denken als: hoe proportioneel is het om allerlei vrijheden in te perken als slechts een klein deel echt kwetsbaar is voor het virus? Is het mogelijk om kwetsbare mensen die zich willen beschermen, goed te ondersteunen? Kunnen we uiteindelijk naar een situatie toe waar alleen mensen die positief worden getest op het coronavirus – en daarmee een bewezen risico vormen voor anderen – tijdelijk in hun vrijheid worden beperkt? Hoe zit het met de eigen verantwoordelijkheid van mensen in het maken van risicoafwegingen?

Het is niet aan de overheid alle risico's uit te bannen

Lastige vragen, waarbij ik niet op elke vraag een precies antwoord heb. Maar om op die laatste vraag een antwoord te geven: wat mij betreft is het verstandig dat er in het belang van de veiligheid maatregelen worden getroffen, maar is het niet aan de overheid om alle risico’s uit te bannen. Mensen zijn ook best in staat om zelf afwegingen te maken over vrijheid en gezondheidsrisico’s. Iemand die nauwelijks risico wil lopen, kan ervoor kiezen om niet naar het café te gaan, even geen bezoek te ontvangen en kan de boodschappen thuis laten bezorgen. Aan de andere kant zijn er mensen die bereid zijn, bijvoorbeeld omwille van levensgeluk, wat meer risico te nemen. Er moet niet worden vergeten dat het nemen van risico ook tot iemands persoonlijke vrijheid behoort, zolang het mogelijk is daarbij een ander niet ongewenst te schaden.

Daarbij hoort het besef dat er geen vrijheid kan bestaan als alle gezondheidsrisico´s die mensen voor elkaar vormen moeten worden uitgebannen. Anders kun je het wegverkeer ook wel meteen aan banden leggen (20.800 ernstig gewonden; 608 doden in 2017 volgens het CBS). Redeneringen in de trant van ‘elk verloren leven is er één te veel en we moeten er alles voor over hebben om een dode te voorkomen’ klinken sympathiek, maar zijn onwaar. Niemand zal ervoor pleiten een dictatuur te installeren als dat zou leiden tot één minder coronadode. Aan de andere kant is ongelimiteerde vrijheid ongewenst als dat massale sterfte tot gevolg heeft. Het gaat dus om verhoudingen. Wat mij betreft gaat het er vooral om onacceptabele risico’s uit te bannen. Het isoleren van besmette mensen en het helpen beschermen van kwetsbare mensen die beschermd willen worden, vormen daarin de spil.

Want zonder leven geen vrijheid, maar zonder vrijheid ook geen leven. En geen vrijheid zonder risico.

'De vrijheid van de één mag niet ten koste gaan van de gezondheid van een ander,´ zei minister-president Mark Rutte op de persconferentie van 21 april. De premier, die in diezelfde persconferentie aangaf dat het niet zoveel zin had al te ´filosofisch te doen´ over een virus dat simpelweg van de een naar de ander kan overspringen, leek met deze uitspraak toch even de liberale filosoof John Stuart Mill aan te halen.

Schadebeginsel van John Stuart Mill

Ruttes uitspraak is een variant op het schadebeginsel van Mill. Het schadebeginsel komt erop neer dat de vrijheid van de één enkel kan worden ingeperkt wanneer diens vrijheid schade toebrengt aan een ander. ‘‘The only purpose for which power can be rightfully exercised over any member of a civilized community, against his will, is to prevent harm to others’’, schreef Mill in zijn beroemde werk On Liberty.

In zekere zin gaat dit liberale argument voor de inperking van vrijheid op in de situatie van de coronacrisis. De bewegingsvrijheid van de één kan namelijk schade toebrengen aan een ander. Het nieuwe virus, waar nog geen goede behandeloptie of vaccin voor is, verspreidt zich via mensen die in elkaars nabijheid zijn, en het virus kan sommige mensen behoorlijk ziek maken. Voor een klein deel van de mensen heeft een corona-infectie een dodelijke afloop. Er is dus een reëel risico dat een volledige uitoefening van de bewegingsvrijheid serieuze gezondheidsschade aanricht aan anderen.

Maar daar houdt de analyse niet op. Want ten eerste kun je niet stellen dat iedereen een direct gezondheidsgevaar voor de ander vormt. Alleen de mensen die het virus bij zich dragen, vormen in die periode immers een direct risico voor een ander. Bovendien ondervinden verreweg de meeste mensen, zoals het nu lijkt, geen ernstige gezondheidsschade van een besmetting. Het gros heeft milde klachten.

Wat dat betreft moet de gezondheid van sommigen, ook weer niet leiden tot onvrijheid van iedereen. Als de vrijheid je lief is, perk je deze niet meer in dan noodzakelijk is. Daarom is het voor liberalen van belang om over vragen na te denken als: hoe proportioneel is het om allerlei vrijheden in te perken als slechts een klein deel echt kwetsbaar is voor het virus? Is het mogelijk om kwetsbare mensen die zich willen beschermen, goed te ondersteunen? Kunnen we uiteindelijk naar een situatie toe waar alleen mensen die positief worden getest op het coronavirus – en daarmee een bewezen risico vormen voor anderen – tijdelijk in hun vrijheid worden beperkt? Hoe zit het met de eigen verantwoordelijkheid van mensen in het maken van risicoafwegingen?

Het is niet aan de overheid alle risico's uit te bannen

Lastige vragen, waarbij ik niet op elke vraag een precies antwoord heb. Maar om op die laatste vraag een antwoord te geven: wat mij betreft is het verstandig dat er in het belang van de veiligheid maatregelen worden getroffen, maar is het niet aan de overheid om alle risico’s uit te bannen. Mensen zijn ook best in staat om zelf afwegingen te maken over vrijheid en gezondheidsrisico’s. Iemand die nauwelijks risico wil lopen, kan ervoor kiezen om niet naar het café te gaan, even geen bezoek te ontvangen en kan de boodschappen thuis laten bezorgen. Aan de andere kant zijn er mensen die bereid zijn, bijvoorbeeld omwille van levensgeluk, wat meer risico te nemen. Er moet niet worden vergeten dat het nemen van risico ook tot iemands persoonlijke vrijheid behoort, zolang het mogelijk is daarbij een ander niet ongewenst te schaden.

Daarbij hoort het besef dat er geen vrijheid kan bestaan als alle gezondheidsrisico´s die mensen voor elkaar vormen moeten worden uitgebannen. Anders kun je het wegverkeer ook wel meteen aan banden leggen (20.800 ernstig gewonden; 608 doden in 2017 volgens het CBS). Redeneringen in de trant van ‘elk verloren leven is er één te veel en we moeten er alles voor over hebben om een dode te voorkomen’ klinken sympathiek, maar zijn onwaar. Niemand zal ervoor pleiten een dictatuur te installeren als dat zou leiden tot één minder coronadode. Aan de andere kant is ongelimiteerde vrijheid ongewenst als dat massale sterfte tot gevolg heeft. Het gaat dus om verhoudingen. Wat mij betreft gaat het er vooral om onacceptabele risico’s uit te bannen. Het isoleren van besmette mensen en het helpen beschermen van kwetsbare mensen die beschermd willen worden, vormen daarin de spil.

Want zonder leven geen vrijheid, maar zonder vrijheid ook geen leven. En geen vrijheid zonder risico.